Vanillesaus
Vanillesaus is een zijdezachte saus op basis van eierdooiers, suiker en room of melk. Deze lopende saus uit de klassieke Franse keuken kan zowel warm als koud geserveerd worden. Je kunt vanillesaus van tevoren maken en de volgende dag naar wens opnieuw opwarmen. Vanillesaus is heerlijk in combinatie met allerlei desserts, zoals (warm) gebak, crumble, fruit en ijs en natuurlijk onmisbaar bij de Oostenrijkse appelstrudel.
Wanneer je zelf vanillesaus maakt, komt een echt vanillestokje goed tot zijn recht. Laat het minimaal een half uurtje tot een hele nacht trekken in de melk om er de meeste smaak uit te halen (zet de melk in dat laatste geval wel even in de koelkast).
Tip: In dit recept gebruiken we alleen de dooiers van de eieren. De overgebleven eiwitten kun je voor een ander recept gebruiken (bijvoorbeeld voor een spectaculaire pavlova of schuimkransjes) of invriezen in een ijsblokjesvorm voor een andere keer.
- Aantal porties: 8 personen
- Bereidingstijd: 20 min. + 30 min. wachttijd
- Keukenbenodigdheden: keukenmes, steelpannetje, garde, spatel of houten lepel, kom, thermometer (optioneel) en een zeefje
Bereidingswijze
1. Zet alle ingrediënten klaar. Splits de eieren (de eiwitten worden in dit recept niet gebruikt).
2. Splijt het vanillestokje met een keukenmesje over de lengte open en schraap de zaadjes (het merg) eruit. Doe het merg samen met het opengesneden vanillestokje en de melk in een steelpannetje en breng tegen de kook aan. Zet het vuur uit en laat de vanille minimaal een half uur of een nacht trekken in de melk. Leg het vanillestokje apart en verwarm de melk opnieuw voor de volgende stap.
3. Klop de eierdooiers met de suiker in een ruime kom tot de suiker is opgelost en het geheel duidelijk lichter van kleur is.
4. Doe een scheutje warme melk bij de eierdooiers en roer dit meteen goed door met een garde. Giet daarna al roerende de rest van de melk eerst bij de eierdooiers en doe daarna alles terug in de pan.
5. Zet het vuur weer aan. Blijf steeds roeren en verhit de vanillesaus een paar minuten zodat deze in kan dikken, maar laat de saus niet koken. Heb je een keukenthermometer, verhit de saus dan tot 80º C. Of doe de streeptest: doop een (houten) lepel in de saus en trek met een vinger een streep over de achterkant van de lepel. Als de streep blijft staan is de vanillesaus klaar.
6. Schenk de vanillesaus door een zeef in een kom. Voeg het vanillestokje eventueel weer toe en serveer de vanillesaus warm of koud.
Tip: Leg een stukje vershoudfolie strak op het oppervlak van de vanillesaus om velvorming tijdens het afkoelen te voorkomen.
Opmerkingen (0)