Spritsen koekjes
Grote kans dat je deze koekjes al eens hebt gegeten, want de sprits is een echte klassieker. Over de precieze herkomst zijn de meningen verdeeld, maar de naam verwijst in ieder geval naar de manier waarop de spritsen gevormd worden. Want hoewel de spritsen koekjes in veel verschillende vormen verkrijgbaar zijn, is het kartelrandje kenmerkend voor deze brosse koekjes. Dit komt doordat het deeg met een spuitzak op de bakplaat wordt gespoten. Hiervoor moet het deeg heel zacht en zalvig zijn. Daarom wordt het over de werkbank gewreven en wordt dit een wrijfdeeg genoemd.
Tip: De grootste uitdaging bij het bakken van spritsen is om de definitie van het patroon tijdens het bakken te behouden, terwijl het deeg zacht genoeg moet zijn om te kunnen spuiten. Gebruik bij voorkeur witte basterdsuiker en half-half Zeeuwse bloem en patentbloem. Het wrijven van het deeg in de derde stap helpt om de juiste zalvigheid in het deeg te krijgen. Een herbruikbare spuitzak en een metalen spuitmondje werken in dit geval fijner dan plastic.
- Aantal porties: 6 personen
- Bereidingstijd: 30 min. + 20 min. oventijd
- Keukenbenodigdheden: mixer met platte menghaak, deegschraper, stevige spuitzak, spuitmondje met kartelrand 12-15 mm, bakpapier, bakplaat.
Bereidingswijze
- Zet alle ingrediënten klaar. Laat de boter minimaal 1 uur op kamertemperatuur komen. Bekleed een bakplaat met bakpapier. Verwarm de oven voor op 160º C (hetelucht).
2. Klop of wrijf de zachte boter met de suiker door elkaar tot het luchtig en vrijwel wit van kleur is. Dit kan wel tien minuten duren en gaat het makkelijkste in een staande mixer met een platte menghaak. Voeg daarna het zout en de helft van een losgeklopt ei toe.
3. Spatel de bloem en naar smaak citroenrasp door het boter-suiker-ei mengsel. Stort het deeg op een schoon werkblad en wrijf het zacht en zalvig. Dit doe je door het deeg telkens met de muis van je hand van je af te duwen over het werkblad. Je kunt het deeg ook zorgvuldig doorspatelen om hetzelfde effect te bereiken. Verwarm de kom eventueel kort met een warme föhn als het deeg te stug blijft om te spuiten.
4. Doe het spuitmondje in de spuitzak. Schraap het deeg met behulp van een deegschraper bij elkaar en doe het in de spuitzak. Duw het deeg in de spuitzak aan met behulp van de deegschraper en draai de spuitzak een paar slagen dicht, zodat er spanning op staat.
5. Spuit de spritsen met voldoende tussenruimte op de bakpapier beklede bakplaat in een vorm naar wens. Bijvoorbeeld doorlopende zig-zagbanen van 5 cm breed of losse koekjes in de vorm van een rondje, hartje of s-vorm.
6. Bak de spritsen in 20-25 goudgeel en gaar. Afhankelijk van het type suiker en bloem kan het zijn dat de koeken wat bleker blijven. Ze zijn klaar als de randjes beginnen te kleuren. Heb je de koeken in een doorlopende baan gesneden, snij ze dan direct als ze uit de oven komen in grote losse koeken. Laat verder afkoelen op de bakplaat en geniet van overheerlijke zelfgemaakte spritsen!
Opmerkingen (0)