Clafoutis

De welbekende clafoutis met kersen komt uit de Franse regio Limousin. De Limousin is een gebied met voornamelijk platteland. In tegenstelling tot sommige andere Franse klassiekers is de clafoutis dan ook een rustiek baksel dat in een mum van tijd op de tafel staat.

In Frankrijk is het gangbaar om verse kersen met pit te gebruiken en de kersen in hun geheel (met pit) mee te bakken in de clafoutis. Dit zorgt ervoor dat er minder sap van de kersen in het beslag lekt. Bovendien zouden de pitten een lichte amandelsmaak afgeven. Waarschuw je gasten wel even wanneer je clafoutis met pitten serveert. Je kunt verse kersen ook eerst ontpitten of kersen uit de diepvries gebruiken. En bekijk ook zeker even de varaties onderaan het recept!

Tip: Strooi een schepje suiker over de bodem van de bakvorm als de kersen niet zo zoet zijn.

• Aantal porties: 8 personen
• Bereidingstijd: 10 min. + 40 min. oventijd
• Keukenbenodigdheden: Steelpan, garde, quichevorm 26-28 cm ø (aardewerk)

Bereidingwijze

1. Zet alle ingredienten klaar. Smelt 40 gram van de boter en zet apart om af te koelen. Was de kersen, dep ze droog en verwijder de steeltjes. Verwarm de oven voor op 200º C (hetelucht).

2. Vet de quichevorm in met de laatste 10 gram boter. leg de kersen in de vorm.

3. Meng bloem, suiker en zout met een garde door elkaar in een kom. Voeg een-voor-een de eieren toe. Klop de melk, het vanille extract en de gesmolten boter erdoor. Het wordt een dun pannenkoekachtig beslag.

4. Giet het beslag in de vorm tussen de kersen.

5. Bak de clafoutis in het midden van de oven, eerst 10 minuten op 200º C. Verlaag daarna de temperatuur naar 180º C en bak de clafoutis in nog eens 20-30 minuten gaar. De clafoutis is klaar wanneer de rand goudbruin is en ook het midden licht begint te kleuren. Hij mag in het midden nog een beetje wiebelig zijn, de clafoutis zal tijdens het afkoelen wat inzakken en opstijven. Bestrooi en clafoutis met poedersuiker en serveer bij voorkeur lauwarm. Ook heerlijk met een bolletje vanille ijs of een lepeltje crème fraîche.

Hartige clafoutis, clafoutis met abrikozen en andere variaties

De clafoutis met kersen (met of zonder pit) is het meest bekend, maar daar hoeft het zeker niet bij te blijven. Een clafoutis met abrikozen of kleine pruimen is zeker net zo lekker. Of maak eens een variant met peer en steranijs wanneer andere soorten fruit niet in het seizoen zijn. Het is ook lekker om te clafoutis te bestrooien met wat amandelschaafsel.

Om het beslag weinig suiker bevat tover je met hetzelfde gemak een verrassende hartige versie uit de oven, bijvoorbeeld met kerstomaatjes, tijm en kaas naar smaak. Als je het zo bekijkt is de clafoutis eigenlijk een soort quiche zonder bodem.

In plaats van een grote clafoutis is het ook leuk om te clafoutis in een eenpersoons schaaltje te bakken. Het recept is afgestemd op een vorm van aardewerk. Gebruik in iets geval geen vorm met een losse bodem, want daar is het beslag te dun voor. Een rechte ovenschaal is een prima alternatief.